Je kunt monchoutaart natuurlijk op de traditionele manier maken, en dat was ik in eerste instantie ook van plan. Onze mannen zijn er gek op en ik ook, en natuurlijk is de taart heerlijk op deze manier. Ik had het blik kersen-vlaaivulling al gekocht en zo ook de basognekoeken, maar toch vond ik, dat ik het niet kon maken om er een blik vlaaivulling boven om te kieperen.
Mijn culinaire inborst ging tegensputteren, zo ook tegen de hoeveelheid boter en bastognekoekjes wat je er blijkbaar voor nodig hebt.
Ik ging het anders doen, lekker, met een brosse, minder dikke bodem en een topping van frambozencoulis met verse frambozen en munt.
De hoeveelheid suiker is ook drastisch verminderd, zodat het resultaat een heerlijk frisse, iets zoete en brosse cheesecake werd.
Nodig voor een springvorm van 24 cm (8/ 10 stukken)
1 vel bakpapier
voor de bodem:
125 g bastognekoekjes
40 g roomboter
verder:
3 pakjes monchou à 100 g
250 ml slagroom
25 g suiker
rasp van 1 citroen
voor de frisse topping:
2 bakjes á 140 g verse frambozen
2 grote el lemoncurd
munt om te garneren
(voor)bereiding, kan een avond van tevoren: maal de bastognekoekjes fijn in een hakmolentje, smelt de boter in een steelpannetje en roer er de koekkruim door. Klem het bakpapier tussen de rand en de bodem van de springvorm en stort er het boter/ koekkruim-mengsel in. Druk de bodem stevig aan zodat het overal even dik is. Zet de vorm koud weg. Klop de slagroom stijf met de suiker en citroenrasp en zet even koel weg. Klop de monchou zacht en klop er op het laatste moment de geklopte slagroom door. Spreid het roommengsel uit over de bastognelaag.
Dek af en laat enkele uren opstijven in de koelkast.
op de dag zelf: pureer 2/3 van de frambozen. Klop er met een garde de lemoncurd door tot de coulis glad is ( de lemoncurd niet mee pureren, de lemoncurd is stevig, maar wordt dun wanneer je het pureert)
Verdeel de frambozencoulis over de taart en strijk glad. Verdeel er de frambozen over en wat muntblaadjes